Gele bloemen (Ø 20-30 mm) met 5 kroonblaadjes en 5 wit-wollig behaarde meeldraden, in vertakte bloeiwijzen met aarachtige trossen.
Stengel rechtop, tot meer dan een meter hoog.
Bladeren lancetvormig, aan beide zijden behaard, 30-40 cm lang, bovenaan zittend met hartvormige voet, met gave, wat golvende rand en spitse top.
Oorspronkelijk uit oost-Europa en West-Azië. Bij ons aangeplant en zelden verwilderd.
Bloeitijd juni - augustus.
Fam.: Scrophulariaceae.
(Foto's: Loes van Gorp)