Gele bloemhoofdjes (Ø 10-20 mm) met alleen lintbloemen, in een losse, schermvormige pluimen. Omwindsel klokvormig, de buitenste blaadjes lijnvormig, de binnenste met klierharen op de middennerf.
Stengel gegroefd, soms wat roodachtig, vertakt in de bovenste helft, tot 60 cm hoog.
Bladeren smal langwerpig, zittend, met naar beneden opgerolde, niet of nauwelijks getande rand, bovenaan lijnvormig. Aan de voet vaak met spitse oortjes.
Rozetbladeren lancetvormig, veerdelig of getand.
De plant bevat melksap.
Ook "Muurstreepzaad" genoemd.
Groeit op warme, stenige of zandige bodem, op onkruidruigten, wegbermen en langs korenvelden. Bloeitijd mei - juni. Zeldzaam in Nederland.
Lijkt veel op Klein streepzaad, maar is daarvan gemakkelijk te onderschijden door de bladrand, die bij Klein streepzaad fors getand is.
Fam: Asteraceae (Compositae)