Wittige of groenwitte bloemen (Ø 3-5 mm) met 6 gewimperde kroonblaadjes en 6 afstaande, spatelvormige kelkblaadjes, in een losse tros.
Stengel rechtop, gegroefd, onvertakt, tot 30 cm hoog.
Bladeren zittend, smal spatelvormig, met wat golvende rand, meestal niet of ondiep gelobd.
Groeit op droge, zandige bodem in Zuid-Europa. In Nederland zeer zeldzaam.
Bloeitijd juni - september.
Fam.: Resedaceae