Zachtgele bloemen met 4 hartvormige kroonblaadjes (Ø 2-3 cm) in de bladoksels in een bebladerde tros. De stempel en stempellobben tussen de helmknoppen.
Stengel rechtop met haren op groene bobbels en klierhaartjes, zonder rode vlekken, tot 150 cm hoog.
Bladeren smal lancetvormig met gave rand en ietwat rode middennerf, zittend.
Ook "Kleine teunisbloem" genoemd.
Groeit op zonnige plaatsen op zandige, meestal kalkhoudende grond. Vrij zeldzaam.
Fam: Onagraceae