Bloemhoofdjes (Ø 15 mm) bestaande uit helgele lintbloemen en donkergele buisbloemen in smalle, bebladerde pluimen.
Stengel rechtop, vertakt, onderaan verhout, tot 130 cm hoog.
Bladeren langwerpig eirond of lancetvormig, bovenaan stengelomvattend en onderaan kortgesteeld, met gave rand.
De plant is bezet met kleverige kliertjes en ruikt naar hars.
Groeit op onkruidruigten, akkers en wegbermen, voornamelijk in het Middellandse Zee-gebied. In Nederland zeer zeldzaam.
Bloeitijd juli - oktober.
Fam: Asteraceae (Compositae)