Koningskaars

Welriekende gele, zelden witachtige, wijd trechtervormige bloemen (Ø 20-30 mm), met 5 slippen, met de bovenste 3 helmdraden wit-wollig en knopvormige stempel, in een dichte, behaarde aarachtige tros.
Stengel onvertakt rechtop, tot 2 m hoog.
Langwerpige eironde of ovale, viltig grijze bladeren met gave of iets gegolfde rand. De bladeren zijn tot aan of voorbij het volgende blad aflopend.
Groeit op min of meer kalkhoudende, omgewerkte bodem, op onkruidruigten, aan bosranden. Bloeitijd juni - september. Algemeen.
Familienaam: Scrophulariaceae (Helmkruidfamilie)

Wetenswaardigheden

De bloemen van de koningskaars worden als sinds de eerste eeuw van onze jaartelling gebruikt als geneeskruid. Ze bevatten bestanddelen die helpen bij ontstekingen van de luchtwegen (bronchitis, tracheïtis), bij allerlei soorten hoest, keelpijn, angina. Meestal wordt Koningskaars gebruikt samen met andere  kruiden.
In de kruidenmagie wordt de koningskaars op allerlei manieren ingezet. Ter bescherming tegen wilde dieren of tegen kwade geesten en negativiteit, nachtmerries of verkoudheid.
Bij de Oude Romeinen en Grieken werden de steel en bladeren gebruikt als fakkel.