Koolzaad

Gele bloemen (Ø 18-26 mm) met 4 elkaar meestal overlappende kroonblaadjes in eindstandige trossen. De bloemknopjes steken boven de bloemen uit.
Stengel rechtopstaand, vertakt, soms wat roodachtig, tot 120 cm hoog.
Stengelbladeren, onregelmatig gekarteld of getand, bleek blauwgroen, bovenaan hartvormig en half stengelomvattend met oortjes, kaal, onderaan veerdelig tot liervormig en kaal of licht behaard.
De hauwen zijn smal en 35-95 mm lang met een vrij korte snavel.
Groeit in voedselrijke wegbermen en omgewerkte grond. Gecultiveerd voor de zaden of als veevoer. Bloeitijd: april - augustus. Algemeen.
Fam: Brassicaceae (Cruciferae, Kruisbloemenfamilie)
Koolzaad en raapzaad lijken erg op elkaar. Een handige hulp is te vinden op de verspreidingsatlas.