Raapzaad

Gele bloemen (Ø 12-19 mm) met 4 kroonblaadjes in eindstandige trossen. De bloemen steken boven de bloemknopjes uit.
Stengel rechtopstaand, vertakt, soms wat roodachtig, tot 1 m. hoog.
Stengelbladeren onregelmatig gekarteld, grasgroen, bovenaan hartvormig en stengelomvattend, onderaan veerdelig tot liervormig, grasgroen en stug behaard aan beide zijden.
Groeit in wegbermen en omgewerkte grond. Gecultiveerd voor de zaden of als veevoer. Bloeitijd: april augustus.
Fam: Brassicaceae (Cruciferae, kruisbloemenfamilie)
Raapzaad en koolzaad lijken erg op elkaar. Een handige hulp is te vinden op de verspreidingsatlas.

Wetenswaardigheden

Raapzaad is bij ons een inheemse plant, die soms gekweekt wordt voor het oliebevattende zaad.