Gele bloemen (Ø 10 mm) met 5 kroonslippen in ovale, dichtbloemige trosjes in de middelste bladoksels.
Stengel rechtop, niet of weinig vertakt, tot 70 cm hoog.
Bladeren tegenoverstaand, zittend, smal lancetvormig met gave rand.
De planti is duidelijk wollig behaard.
Groeit op moerasachtige, natte, stikstofarme bodem, bij veenplassen en moerassen. Bloeitijd mei - juli.
Vrij zeldzaam.
Fam.: Primulaceae (Sleutelbloemenfamilie).