PDFPrintE-mailadres
 

Paarse morgenster

Tragopogon porrifolius
 
 
 
 

Donkerroodpaarse bloemhoofdjes (Ø 30-50 mm) van alleen  lintbloemen, met meestal 8 lange, smalle, spitse, ver buiten de bloem uitstekende omwindselblaadjes.
Stengel rechtop, stevig, weinig vertakt, tot 100 cm hoog, onder het bloemhoofdje sterk verdikt.
Bladeren grasachtig lijnvormig, de stengelbladeren tot 15 lang, omsluiten de stengel.
Groeit op warme, zonnige plaatsen, op stenige of kleiige bodem op onkruidruigten en wegbermen. Bloeitijd april - juli. Vrij zeldzaam in Nederland.
Oorspronkelijk uit het Middellandse Zee-gebied. Bij ons ingeburgerd. De wortel is het eerste jaar eetbaar maar wordt als de plant ouder wordt houtig.
De bloemen zijn alleen 'smorgens geopend.
Fam.: Asteraceae (Compositae).
(Foto: Elian van Ewijk)