Kleine, zachtgele of melkwitte, buisvormige bloemetjs in een kleine tros.
Stengel vierkantig, roodbruinachtig, liggend, opstijgend en klimmend, tot 1 m lang.
Bladeren geveerd met handvormig 2- tot 5-voudig samengestelde deelblaadjes en met vertakte eindrank.
Ook "Leeuwerikbloem" genoemd.
Groeit op zure, stikstofhoudende bodem in dunne bossen in West Europa. Bloeitijd februari - september. Algemeen.
Fam: Papaveraceae