Witte bloemetjes (Ø 10-15 mm) met 5 spitse, vaak rood gestippelde kroonblaadjes in losse pluimen.
Stengel met klierharen, rechtop, tot 60 cm. hoog.
Bladeren meest onderaan de stengel in een rozet, rondachtig, met gekartelde of getande rand.
Groeit op kalkrijke, vochtige grond aan de waterkant in beschaduwde plaatsen tot 2500 m hoogte. Vrij algemeen in de bergen.
Bloeitijd juni - september.
Niet in Nederland.
Fam: Saxifragaceae