Kleine witte bloemetjes (Ø 2-4 mm) met 5 hartvormige kroonblaadjes in een 4-10-tallig scherm, meestal zonder omwindselbladen en met 5 gewimperde, lancetvormige omwindseltjes.
Stengel rechtop, vertakt, tot 120 cm hoog.
Bladeren behaard, meervoudig geveerd, deelblaadjes gezaagd tot veerdelig, met gewimperde rand (loep).
Na de bloei onstaan lancetvormige, geribde en stekelharige vruchten, later glanzend zwartbruin.
De plant is sterk aromatisch en ruikt naar anijs.
Groeit op vochtige, voedselrijke bodem op beschaduwde plaatsen. Bloeitijd mei-juni.
Oorspronkelijk uit zuid-Europa, bij ons vaak aangeplant als keukenkruid en verwilderd.
Fam.: Apiaceae (Schermbloemigen)