Kleine gelige bloemen, met 4 of 5 kroonblaadjes vaak met een roodbruin topje, in een dichte, schermachtige pluim.
Stengel liggend of rechtop, onvertakt, tot 35 cm hoog.
Bladeren vlezig, spatelvormig, zittend, met bruinige, getande top.
Groeit op vochtige, kalkrijke bodem, in de bergen van 1000 tot 3000 m hoogte en in koudere gebieden in Noord-Europa. Bloeitijd juni - augustus.
Wordt ook 'Rozenkruid', 'Wonderwortel' of 'Russische rhodiola' genoemd.
Fam.: Crassulaceae (Vetplanten).
Wetenswaardigheden
De plant komt oorspronkelijk uit de Himalaya en is al vroeg verspreid over de Noordelijke en berggebieden van Europa.
Oud geneeskruid. Al sinds mensenheugenis wordt Rhodiola aangewend bij zowel lichamelijke als geestelijke vermoeidheid, stress, overspannenheid en de symptomen daarvan, zoals hoofdpijn, hartkloppingen, hoge bloeddruk enz. Ook versterkt Rhodiola de weerstand en bevordert het herstel na chemotherapie. Bovendien gaat het vroegtijdige ouderdomsverschijnselen tegen.
De geneeskrachtige bestanddelen zitten in de wortel van de plant, die naar rozen ruikt. De namen 'Rozenwortel' en 'Wonderwortel' verwijzen naar deze eigenschappen van de wortel.