PDFPrintE-mailadres
 

Sleedoorn

Prunus spinosa
 
 
 
 

Witte bloemetjes met 5 kroonblaadjes en tot max. 23 meeldraden, alleenstaand of in paren op de nog kale takken.
Tot 6 m hoge, dicht vertakte, gedoornde struik of boom. Schors donkergrijs tot bruinzwart. 
Bladeren behaard, ovaal tot eirond, fijn gezaagd of getand.
Ook "Sleepruim" of "Zwarte doorn" genoemd. Vrij algemeen in heel Europa. Bloeitijd maart - mei.
Na de bloei vormen zich blauwzwarte, grijs berijpte, ronde vruchten die erg zuur smaken. Oud geneeskruid.
Fam: Rosaceae (Rozenfamilie)

Wetenswaardigheden

Toen er nog geen prikkeldraad bestond, werden weiden en hooilanden waar vee graasde, afgezet met doornige struiken, die een ondoordringbare haag vormden voor de dieren, zowel tegen predatoren van buitenaf als om de dieren binnen de wei te houden . Sleedoorn werd met die doel veelvuldig aangeplant als erf- of weiafscheiding.
Als geneeskruid hebben de bloemen van de Sleedoorn een zacht laxerende werking en werden vooral gebruikt voor kinderen met constipatieklachten. De vruchten daarentegen werken juist andersom en worden daarom ingezet bij diarree en lichte maagkwalen.
In de kruidenmagie heeft Sleedoorn, net als voor de dieren in de wei, een beschermdende betekenis. Sleedoorn boven de deuropening beschermt tegen negatieve krachten. Van de takken van de struik kunnen wensstokjes (toverstokjes) gemaakt worden.