Valkruid

Oranjegele, alleenstaande bloemhoofdjes (Ø 40-80 mm)  met buisbloemen in het centrum en smalle straalbloemen aan de rand. Omwindsel met meestal 2 rijen smalle, behaarde blaadjes.
Stengel, tot 60 cm hoog, meestal onvertakt, met 1 of 2 paar tegenoverstaande, zittende, kleine bladeren.
Eironde of breed lancetvormige, zittende grondbladeren in een rozet. De plant is donzig behaard.
Groeit op vochtige, rotsachtige bodem op bergweiden, tot 2800 m hoogte. Bloeitijd: juni - augustus.
Giftig. Zeldzaam in Nederland. Wettelijk beschermd in België.
Ook "Wolverlei", "Arnica" of "Bergarnica" genoemd.
Deze soort lijkt op Gemzenkruiskruid of Grootbloemige voorjaarszonnebloem, maar onderscheidt zich duidelijk door de blaadjes.
Familienaam: Asteraceae (Compositae)

Wetenswaardigheden

Valkruid is een geneeskruid. Omdat de plant giftig is, betreft het uitwendig gebruik op niet beschaidgde huid, zoals bij blauwe plekken, zwellingen. kneuzigen, spierpijn en spierverrekkingen.Ook voor massage bij vermoeide spieren, pijnlijke gewrichten bij artrose of artritis, jicht of peesontstekingen is valkruidolie geschikt.De naam valkruid zou met vallen te maken hebben en de genezing van de kneuzingen die men daarbij oploopt.