Gewoon vetblad

Blauwpaarse, vioolachtige, alleenstaande bloemtjes, met 2 cm lang spoor en baardachtige witte keel.
Stengel rechtop, tot 20 cm hoog.
Grondbladeren lichtgroen, in een rozet, ovaal, met gave, omgekrulde rand, op de bovenzijde kleverig.
Groeit op vochtige plaatsen en moerassen, natte laagveen, bij beekjes in de bergen tot een hoogte van 2500 m. Zeldzaam in Nederland. NRL: bedreigd.
Fam.: Lentibulariaceae

Wetenwaardigheden

Insectenetende plant: kleine insecten blijven plakken in het opgerolde blad, en worden vervolgens verteerd door eiwitoplossende stoffen.