Kleine geelwitte bloemetjes (Ø 5-10 mm) met 5 ver uiteenstaande kroonblaadjes.
Stengel rechtop, tot 5 cm hoog.
Bladeren lancetvormig met gave rand en stekelige punt in rozetjes.
De stengel en de bladeren zijn klierachtig behaard.
Groeit op kalkrijke, vochtige, rotsachtige bodem in de oostenlijke Alpen van 1600 tot 2800 m hoogte. Bloeitijd juni - augustus. Algemeen.
Fam.: Saxifragaceae.