Kleine, bleeklila bloemetjes (Ø 10-15 mm) met 4 ingesneden en donker beaderde kroonblaadje en knotsvormige stempel, in de bovenste bladoksels.
Stengel rechtop, zacht viltig behaard, vaak wat rood aangelopen, tot 60 cm hoog.
Bladeren smal lancetvormig met gave of zeer fijn getande rand, bijna zittend.
Ook "Kleinbloemige basterdwederik" of "Kleinbloemig wilgenroosje" genoemd.
Groeit op vochtige bodem, aan de waterkant of langs paden. Bloeitijd juni - september. Algemeen.
Fam: Onagraceae