Witte trompetvormige, enigszins roze aangelopen bloemen (Ø 10-18 mm) met 5 opvallend gebaarde slippen, in een lange eindstandige tros.
Stengel stevig, rechtop, tot 30 cm hoog.
Stengelblaadjes bijna zittend, ovaal tot ruitvormig. Wortelstandige bladeren lang gesteeld, 3-tallig. Deelblaadjes ovaal, omgekeerd eirond tot spatelvormig met gave tot zeer fijn gezaagde rand.
Groeit op natte, voedselarme bodem, in en bij vennen en moerassen. Bloeitijd mei - juni, soms weer in oktober.
Algemeen in laagveengebieden, maar vrij tot zeer zeldzaam in de rest van Nederland en België. NRL: gevoelig.Wettelijk beschermd in België.
Ook Waterklaver of Beverklaver genoemd. Oud geneeskruid en basis voor likeuren.
Fam.: Menyanthaceae (Watergentiaanfamilie).
(Foto's: Jan Werndly en Floraeuropa)