Kleine gele bloemen (Ø 4-8 mm) met 4 kroonblaadjes, in dichte trossen.
Stengel rechtop, zeer vertakt, tot 150 cm hoog.
Bladeren blauwgroen, onderaan gesteeld, bovenaan zittend tot stengelomvattend, pijlvormig of smal lancetvormig met hartvormige voet.
Hauwen plat, spatelvormig, hangend, lijken op blaadjes.
Groeit op kalkrijke, stenige bodem, onkruidruigten en wegbermen, in Nederland vooral langs de grotere rivieren. Bloeitijd mei - juni. Zeldzaam in Nederland.
Uit de wortel werd blauwe kleurstof gewonnen voor het verven van katoen of wol.
Fam: Brassicaceae (Cruciferae, Kruisbloemenfamilie)