Talrijke zachtroze, kleine, buisvormige bloemen, met 4 slippen, in ringen op eivormige hoofdjes met stekelige stroschubben en lange, lijnvormige, naar boven gerichte omwindselblaadjes.
Stengel rechtop, stekelig, vertakt, tot 2 m hoog.
Bladeren tegenoverstaand, smal lancetvormig, zittend, onderaan met elkaar vergroeid.
Ook: "Grote kaardebol" genoemd. Groeit op kalkrijke bodem in de bergen, langs dijken en akkers. Vrij zeldzaam.
Bloeitijd juli - augustus.
De wortels van de kaardebol worden gebruikt in de kruidengeneeskunde.
Fam: Dipsacaceae
Wetenswaardigheden
De naam Kaardebol komt van het woord kaarde of kaarden. De kaarde was een voorwerp om wol te splijten en ontwarren, of om wollen stoffen op te ruwen. Die handeling werd kaarden genoemd. HIervoor werd de bloeivorm van de kaardebol gebruikt, die daar vervolgens zijn naam aan ontleent.