Blauwpaarse bloemen met een lang spoor in een armbloemige tros of pluim.
Stengel vertakt, zacht behaard, tot 50 cm hoog.
Bladeren veerdelig met meestal 3-tallige lijnvormige slippen.
Groeit op onkruidruigten en akkers op kalkrijke bodem. In Nederland en Belgiƫ zeer zeldzaam. Aangeplant als sierplant en soms verwilderd. In Nederland beschermd (Wet Natuurbescherming 2017).
Bloeitijd mei - augustus.
Oud geneeskruid. Giftig.
Fam: Ranunculaceae