PDFPrintE-mailadres
 

Kleine tijm

Thymus serpyllum
 
 
 
 

Lilaroze bloemen in 3- tot 6-tallige kransen in de bladoksels. Bovenaan de stengel vormen ze schijnaren.
Stengel vierkantig, dicht bebladerd, liggend en opstijgend, onderaan houtig en aan twee zijden behaard.
Blaadjes eirond, kruislings tegenoverstaand en enigszins bewimperd.
Groeit op steenachtige ondergrond, ruigten en droge graslanden. Bloeitijd mei - oktober.
Wordt ook 'Wilde tijm' genoemd.
Gebruikt als keukenkruid. Oud geneeskruid, aangewend bij hoest en verkoudheid.
Fam: Lamiaceae (Labiatae)

 

Niet gevonden wat u zocht?

Opnieuw determineren