Kleine witte lipbloemetjes met aan de binnenzijde enkele roodpaarse stippels, in dichte kransen in de bladoksels.
Stengel vierkant, rechtop, vertakt, tot 90 cm. hoog.
Bladeren kruisgewijs tegenoverstaand, langwerpig eirond of lancetvormig, gelobd of grof gekarteld.
Groeit op humusrijke drassige grond, langs sloten en in vochtige bossen. Algemeen. Bloeitijd juli - september.
Geneeskruid.
Fam: Lamiaceae (Labiatae)