Bloemen bestaan uit alleen lichtgroene kelkblaadjes.
Handvormige bladeren met smalle lancetvormige gezaagde deelblaadjes, meestal alleen bovenaan de stengel.
Kruipende wortelstok.
Na de bloei vormen zich in de bloem groene, lang gesnavelde kokervruchten.
Groeit op kalkrijke grond in loofbossen in Zuid-Europa. In Nederland alleen verwilderd en zeer zeldzaam. Bloeitijd maart - april.
Oud geneeskruid. Giftig.
Familienaam: Ranunculaceae