Smalle bloemhoofdjes (Ø15-20 mm lang) van donderroze bloemen met lijnvormige kroonblaadjes en de omwindelblaadjes dakpansgewijs tegen elkaar aangedrukt.
Stengel rechtop, dun, bovenaan vertakt, tot 1 m hoog.
Bladeren bovenaan zittend, van smal eirond of lancetvormig tot diepgelobd of veerdelig, vaak met scherp gezaagde of getande rand.
Groeit op graslanden en in open loofbossen. In Nederland verdwenen, in België zeer zeldzaam. Bloeitijd juni - augustus.
Fam.: Asteraceae (Compositae).