De groenbruine tot roodachtig bruine mannelijke, hangende katjes (tot 12 cm lang) verschijnen eerder dan de bladeren. De vrouwlijke katjes zijn maar 5 mm lang en wijnrood.
De vruchten zijn eerst groen, maar worden houtachtig donkerbruin tot zwart en lijken dan op kleine denneappels.
Tot 20 m hoge boom. Schors glad, licht- tot donkergrijs. Boomkroon uitgespreid eivormig.
Bladeren ovaal, onregelmatig dubbel gezaagd.
Groeit op kalkrijke, natte bodem, lang rivieren en beken in de bergen in Noord-oost Europa
Bloeitijd: februari, maart.
Fam: Betulaceae