Groene, nietige bloemen in pluimen in de bladoksels, de vrouwelijke hangend, de mannelijke kleiner, schuin opgericht.
Stengel rechtop, vierkantig, tot 2,5 m hoog.
Bladeren breed lancetvormig, tegenoverstaand, met gezaagde rand. De stengel en bladeren bevatten naast gewone haren ook brandharen.
Groeit op stikstofrijke, humusrijke bodem. Bloeitijd juni - november. Zeer algemeen.
Aanraking veroorzaakt pijn of vervelende jeuk.De plant is eetbaar na koken en rijk vitaminen en mineralen. Geneeskruid
Plant zich voornamelijk voort via een wortelstok.
Fam: Urticaceae (Brandnetelfamilie)
WETENSWAARDIGHEDEN
Aanraking met de grote brandnetel wordt doorgaans angstvallig vermeden omdat de brandharen van deze plant pijnlijke, branderige of jeukende uitslag van de huid kunnen veroorzaken. Toch is de grote brandnetel een erg waardevolle plant. Ze is een waardplant voor verschillende vlinders, waaronder dagpauwoog, atalanta, landkaartje, kleine vos, distelvlinder en gehakkelde aurelia. Zonder de brandnetel kunnen deze soorten niet bestaan.
Maar de grote brandnetel heeft ook tal van goede eigenschappen voor ons, mensen. In de eerste plaats is de plant eetbaar en voedzaam, en dan met name de topjes met de bovenste zes bladeren. Je kunt er soep van maken, ze koken als spinazie of door de stamp doen. Vanuit medicinaal oogpunt is de grote brandnetel reinigend, ontgiftend en ontzurend, remt ze ontstekingen en is pijnstillend. Brandnetelthee helpt om de huid te reinigen (acné, zweren, vette huid en haren), en is ondersteunend bij artrose en artritis. Om dezelfde redenen is de plant ook erg geschikt voor cosmetische toepassingen zoals in (acné-)crèmes, in zeep of huidlotion.
In de magie wordt de grote brandnetel gebruikt om haar beschermende krachten tegen kwaad en kwaadaardige vloeken, en bevordert de plant het genezingsproces bij ziekte.