1 tot 4 groenachtige, stekelige vrouwelijke bloemhoofdjes met daarboven talrijke geelachtige, mannelijke, ronde bloemhoofdjes in een pluimvormige bloeiwijze.
Stengel rechtop, vertakt tot 1 m hoog.
Bladeren lang, stengelomvattend, zwaardvormig, stijf, onderaan gevouwen.
Groeit in ondiepe sloten en plassen en op moerasachtige bodem. Algemeen.
Fam: Sparganiaceae