PDFPrintE-mailadres
 

Wilde appel

Malus sylvestris
 
 
 
 

Vrij grote, vaak roze aangelopen, witte, welriekende bloemen (Ø 3-4 cm.) met gele helmknoppen in een armbloemig scherm.
Boom of struik tot 10 m. hoog met gladde tot gebarsten grijze tot bruine schors.
Takken meestal zonder doornen.
Bladeren breed lancetvormig, met gezaagde rand.
Groeit in loofbossen op voedselrijke bodem.
Fam: Rosaceae

Wetenswaardigheden

Sinds mensenheugenis wordt de appel geplukt als voedsel en geteeld. Waarschijnlijk komt de appel oorspronkelijk uit Centraal-Azië.  Onze handappels zijn het resultaat van eeuwenlange teelt en kruisingen van wilde appels.
De voedingswaarde van de appel is alom bekend. De vrucht bevat verschillende vitamines en  mineralen.
Het eten van de appel, waarmee Adam en Eva Goddelijke kennis verkregen, heeft hen doen verbannen uit het paradijs.
Bij de oude Grieken en Romeinen speelden appels een rol bij de verering van de Godinnen Diana resp. Venus. De appel staat symbool voor overvloed, het voedsel van de goden. In de Keltische traditie nam de appel een belangrijke plaats in.
Ook in de magie worden aan appels bijzondere krachten toegeschreven. Appelbloesems worden gebruikt om liefde aan te trekken. Het overhandigen van een appel aan je geliefde zou de liefde versterken. Appels worden ook gebruikt in helingsrituelen. Appelhout in een amulet geeft een lang leven.