Geurende, dicht opeen staande, roze tot roodpurperen bloemetjes met 4 slippen en vliezige kelk, in een dicht, bijna bolrond scherm.
Stengel rechtop, onbebladerd en niet vertakt, fijn behaard, tot 40 cm hoog.
Lijnvormige (grasachtige), bleekgroene, vlezige bladeren in dichte rozetten.
Groeit op meestal zilte bodem, op rotsen, klippen, duinen langs de kusten en in de bergen.
Bloeitijd mei - september.
In Nederland vrij algemeen langs de kust, elders zeldzaam. Omdat deze plant ook op zink- en loodhoudende bodem kan groeien kan hij ook in Zuid-Limburg in het Geuldal gevonden worden. NRL: kwetsbaar. In Belgiƫ op Zinkweiden. Wettelijk beschermd in Belgiƫ.
Fam: Plumbaginaceae (Strandkruidfamilie)