Vuilwitte tot bleekroze, trompetvormige bloemetjes (Ø ) met 4 of 5 slippen en eironde kelkblaadjes, in kluwentjes van 8-10 bijeen.
Stengel dun draadvormig, meestal groen of geelachtig, vaak ook rood aangelopen, tot 150 cm lang, windend.
Blaadjes schubvormig.
Groeit op waterkanten en struwelen. Parasiterend vooral op Grote brandnetel en hop, maar ook op andere planten.
Fam.: Convolvulaceae.