Roze-violette bloemhoofdjes (Ø 15-30 mm) met alleen buisbloemen, met stroschubben, in een tros. Omwindsel bolvormig met haakvormige, vaak wat paarsige blaadjes.
Stengel rechtop, vertakt, vaak paarsrood aangelopen en behaard, tot 150 cm hoog.
Bladeren breed eirond of hartvormig, met gave, golvende of zwak gekartede rand, aan de onderkant grijs.
Bladsteel rozetbladeren aan de voet hol.
Groeit op meest kalkrijke bodem op graslanden, wegbermen, en aan de waterkant. Bloeitijd juni - september. Algemeen.
Oud geneesmiddel.
Ook 'Kleine klis' of 'Kleine klit' genoemd.
Fam: Asteraceae (Compositae)