Citroengele bloemhoofdjes (Ø 15-20 mm) met alleen lintbloemen, met kale of iets beklierde omwindselbladeren, in een armbloemige pluim.
Stengel blauwgroen, rechtop, vertakt, tot 120 cm hoog.
Bladeren langwerpig, stengelomvattend met geoorde voet, liervormig of veerdelig met groter eindblad, met gave of getande rand, vaak paarsrood aangelopen.
Groeit op stikstofrijke bodem, onkruidruigten, akkers, wegbermen, duinen en langs het water. Bloeitijd juni - oktober, maar kan onder gunstige omstandigheden ook in de winter gevonden worden.
Zeer algemeen in heel Europa, behalve in de bergstreken.
Familienaam: Asteraceae (Compositae)