Gele, symetrische, 2-lippige bloemen, met oranjegele uitstulping en naar beneden gericht spoor dat minstens even lang is als de rest van de bloem.
Stengel rechtop, vaak vertakt, 20-60 cm hoog, onbehaard.
Bladeren grijs blauwgroen, smal lancetvormig, zittend, met gladde rand en spitse punt.
Groeit in berggebieden, op droge bergweiden, maar ook in bebouwde omgeving, tot 2100 m hoogte. Bloeitijd: mei - september.
Geen Nederlandse naam bekend. Vertaald uit andere talen zou de naam 'Smalbladig leeuwenbekje' kunnen zijn.
Deze soort lijkt veel op het Vlasbekje, maar die heeft klierharen op de bloeiwijze en het spoor is korter dan de rest van de bloem.
Fam.: Scrophulariaceae