Goudgele vlinderbloemen (8-16 mm lang) in trossen in de bladoksels.
Lage struik. Stengel opstijgend, bovenaan vertakt, tot 2 meter hoog.
Bladeren langwerpig ovaal of lancetvormig, bijna zittend. De plant is licht behaard.
Groeit op stikstofarme bodem, in bergachtige gebieden in Midden- en Zuid-Europa. Bloeitijd mei - juli. Zeldzaam in Nederland en Belgiƫ.
De gele kleurstoffen in de bloemen werden vroeger gebruikt bij het verven van wollen en linnen stoffen. Giftig.
Fam: Fabaceae (Papilionaceae, Leguminosae)