Groene of grijsgroene, breed piramidevormige naaldboom, tot 40 m hoog.
Takken breed, horizontaal uitstaand. Stam eerst glad donkergrijs, later met talrijke barsten.
Naalden ca. 25 mm lang, in spiralen op korte zijtakjes.
Mannelijke kegels 3-5 cm lang, vrouwelijke kegels rechtopstaand, eerst bleekgroen, later paarsbruin, 5-8 cm lang.
Het hout wordt gebruikt voor de winning van etherische olie.
Oorspronkelijk uit Noord-Afrika (Atlasgebergte) en veelvuldig aangeplant. In Zuid-Europa soms verwilderd.
Fam.: Pinaceae (Dennenfamilie)