Witte bloemetjes (Ø ca. 10 mm) met 4 kroonblaadjes in armbloemige eindstandige trosjes.
Stengel dun, roodachtig, rechtop, weinig of niet bebladerd, tot 20 cm. hoog.
Bladeren in een wortelroset, eirond en ruw behaard.
Groeit op kalkhoudende, rotsachtige, vochtige grond in de Alpen, van 800 tot 3000 m hoogte. Bloeitijd juni - augustus.
Fam: Brassicaceae (Cruciferae, kruisbloemenfamilie)