Witte bloemen (Ø 10-20 mm) op lange dunne, kale bloemstelen, in een losse pluim.
Stengel rechtop, vertakt, 50 tot 100 cm hoog.
Bladeren zittend, 3- tot 7-delig handvormig, deelbladen lancetvormig onregelmatig gezaagd.
Groeit op vochtige bodem, in bossen in de bergen, van 800 tot 2000 m hoogte.
Bloeitijd: juni - september.
Wettelijk beschermd in België.
De soort lijkt op de Monnikskapboterbloem, die stevige, behaarde bloeistengels heeft.
Fam: Ranunculaceae