Tot 25 m hoge boom met een onregelmatige, koepelvormige kroon die echter vaak geknot wordt. De schors is donkergrijs met een netwerk van dikke richels.
Takken zilvergrijs, afstaand. Jonge takken zijdeachtig behaard, knoppen roodachtig met taps toelopende top, donzig gehaard.
Bladere smal, langwerpig ovaal, met fijn gezaagde rand en zilvergrijs behaard aan de bovenzijde.
Mannelijke katjes (7-8 cm lang) geelbloeiend met 2 meeldraden, hangend. Vrouwelijke katjes groen, 4-6 cm lang, met flesvormige stamper, witachtig verkleurend bij rijpheid.
Bloeitijd mei-juni.
Groeit op vochtige plaatsen, langs water en in vochtige bossen in heel Europa.
Ook Witte wilg of Gewone wilg genoemd.
Fam.: Salicaceae (Wilgenfamilie)
Wetenswaardigheden
Er bestaan al meldingen van het gebruik van de bast van de Schietwilg als geneeskruid van meer dan 4000 jaar voor onze jaartelling.
De bast bevat salicine, dat een ontstekingsremmende en pijnstillende werking heeft, naast kraakbeenbeschermdene eigenschappen, en heeft daarom een positieve werking bij atritis en artrose, gewrichtspijn, rugpijn, knie- en heuppijn, alsmede bij griep en koorts. Ook bij jicht en spierpijn, of milde hoofdpijn zou de bast van Schietwilg helpen.
In de kruidenmagie worden wilgenblaadjes gebruikt in de liefdes magie. Wilgentakken zijn geschikt als toverstaf. De boom beschermt tegen het kwaad door delen van de boom bij je te dragen of in je huis te bewaren. Heksenbezems zijn vaak gemaakt van wilgentakken.