Roodachtige vertakte bloeivorm.
Bladverliezende struik of kleine boom met grijsbruine tot paarsige gegroefde schors.
Bladeren geveerd met 3-9 leerachtige, glanzende, eironde deelblaadjes met gave rand en stekelige punt.
Inheems in het Middellandse Zeegebied. Groeit op kalkrijke, rotsachtige bodem. Bloeitijd maart - juni.
De bladeren geuren naar hars. Na de bloei in de zomer vormen zich rode, later paarsbruine besachtige vruchten.
Fam: Anacardiaceae