Oranjegele tot oranjerode lipbloemen (tot 18 mm lang) met donkere adertjes op lange bloeistengels, alleenstaand of in trosjes van max. 3.
Stengel liggend en klimmend, onbehaard, bovenaan met smalle vleugels, tot 150 cm lang.
Bladeren bestaande uit twee zwaardvormige, tegenoverstaande deelblaadjes met gladde rand en middenin een sterk vertakte rank.
Peultjes onbehaard, tot 80 mm lang, later bruin verkleurend.
Groeit op droge bodem, op onkruidruigten, akkers en wegbermen. Bloeitijd april - juni.
Niet in Nederland.
Fam.: Fabaceae (leguminosae, vlinderbloemigen)