Talrijke kleine, gesteelde, trechtervormige, hemelsblauwe bloemetjes met 5 lange lobben in rondachtige hoofdjes, in losse pluimen.
Stengel kantig, liggend en opstijgend, vertakt, onderaan bebladerd, tot 50 cm lang.
Bladeren zittend, verspreid, smal lancet- tot lijnvormig met gave, golvende rand, afstaand behaard.
Groeit op zandgrond, duinen en droge graslanden. Bloeitijd juni - augustus. Algemeen.
Fam: Campanulaceae.